Langdurig afwezig zijn is vaak zwaar voor de werknemer, maar ook voor de werkgever blijven de gevolgen niet uit. Arbeidsongeschiktheid brengt immers heel wat directe en onrechtstreekse kosten met zich mee. Nu ook de aandacht voor welzijn op het werk toeneemt en werkgevers binnen de huidige re-integratiewetgeving niet snel genoeg op de bal kunnen spelen, zoeken almaar meer bedrijven hun heil op de verzekeringsmarkt.
Door gebruik te maken van een re-integratietraject via een gespecialiseerde partner, kunnen werkgevers al vanaf de vierde of vijfde week van de afwezigheid actie ondernemen. Die korte termijn is ontzettend belangrijk. Via re-integratietrajecten, gekoppeld aan een arbeidsongeschiktheidsverzekering, kan de afwezigheid met gemiddeld drie maanden worden ingekort. Dat blijkt uit een analyse die Vanbreda Risk & Benefits maakte van de verzekeraars die re-integratietrajecten aanbieden via de arbeidsongeschiktheidsverzekering. “In bepaalde gevallen kan de medewerker tot drie keer sneller terug aan de slag”, preciseert Evelyne Lauwers. “Eén partij geeft zelfs aan dat 72 procent het werk dankzij de re-integratietrajecten hervat na zes tot acht maanden.”
Werkgevers kunnen een arbeidsongeschiktheidsverzekering aanreiken als extralegaal voordeel en hun werknemers op die manier een ontzorgend financieel vangnet bieden. Wanneer die verzekering dan ook nog eens wordt uitgebreid met een re-integratietraject, is het voor bedrijven mogelijk om de inzetbaarheid van hun werknemers gevoelig te verhogen, met alle positieve gevolgen van dien. “We krijgen vanuit onze rol als dienstverlener steeds vaker de vraag van ondernemingen om hen te begeleiden bij de opstart van zo’n re-integratiebeleid”, zegt Evelyne Lauwers. “Er vond de voorbije twee à drie jaar een evolutie plaats van theorie naar praktijk: waar werkgevers vroeger vooral informeerden naar de trajecten, willen ze er nu effectief in investeren.”
Enkele recente hervormingen zorgden voor een bijkomende trigger. Zo verdween ontslag door medische overmacht als eindpunt van het wettelijke re-integratietraject. Werkgevers dragen nu meer verantwoordelijkheid in de re-integratie. Ze proberen uitval zoveel mogelijk te vermijden door hun inspanningen op vlak van preventie te verhogen. Wanneer een medewerker uitvalt, wordt een passend re-integratietraject opgestart.
Zo’n traject volgt een vast stramien, waarbij de onafhankelijke externe partner eerst via een intakegesprek peilt naar de interesse en motivatie van de betrokken persoon, legt Evelyne Lauwers uit. “De keuzevrijheid van elk individu staat dus buiten kijf, net als de methode van dialoog waarmee de specifieke noden vastgesteld worden.”
Een positieve evaluatie leidt vervolgens tot een verkennende fase met begeleidingsgesprekken, gevolgd door de cruciale verbindende fase. In die laatste stap gaat de werknemer samen met de werkgever en de arbeidsgeneeskundige dienst op zoek naar een geschikte oplossing. “De werknemer kan zijn of haar oude job gewoon hernemen of een aangepaste job krijgen bij hetzelfde bedrijf. Maar ook herscholing is een optie en dat in functie van een nieuwe job, eventueel bij een andere werkgever. Een juiste arbeidscontext is tenslotte onontbeerlijk met het oog op een duurzame re-integratie”, besluit Evelyne Lauwers.