Momenteel is het voor een contractspartij principieel onmogelijk, behoudens uitzonderingen zoals wanneer de contractuele fout een misdrijf inhoudt, om zich in het kader van een contract te beroepen op de regels van de buitencontractuele aansprakelijkheid als de tegenpartij in gebreke blijft.
Na de inwerkingtreding van boek 6 BW kan een benadeelde schadevergoeding of een andere vorm van rechtsherstel vorderen op basis van een contract of bijvoorbeeld eigendomsrecht én zich beroepen op een buitencontractuele aansprakelijkheidsregel.
Het samenloopverbod en de hiermee samenhangende quasi-immuniteit van de hulppersonen, zoals vastgelegd in het Stuwadoorsarrest van het Hof van Cassatie dd. 7 december 1973, wordt als dusdanig afgeschaft.
Als uitvoeringsagent/hulppersoon kunnen worden beschouwd:
- werknemers ten opzichte van een werkgever
- bestuurders ten opzichte van de door hen bestuurde vennootschap
- onderaannemers ten opzichte van een hoofdaannemer
Concreet betekent dit dat een contractspartij die schade heeft geleden in de uitvoering van een contract momenteel enkel een vordering kan stellen tegen de partij waarmee hij het contract heeft afgesloten en dit op basis van het contract. De uitvoeringsagenten/hulppersonen kunnen nu niet rechtstreeks door de schadelijder aangesproken worden, maar eventueel wel door hun werkgever, hoofdaannemer of vennootschap.
Door de invoering van het nieuwe Boek 6 zullen contractspartijen in de toekomst een medecontractant of uitvoeringsagent wél kunnen aanspreken.
Dit heeft tot gevolg dat bijvoorbeeld een bouwheer niet enkel de hoofdaannemer kan aanspreken in geval van schade toegebracht door een onderaannemer maar zich ook meteen kan wenden tot de onderaannemer zelf.
Voor de werknemer betekent dit dat hij ook rechtstreeks zal kunnen worden aangesproken, in lijn met Artikel 18 van de Wet op de Arbeidsovereenkomsten dat van toepassing blijft. Als gevolg van deze bepaling kan de werknemer enkel rechtstreeks aangesproken worden in geval van opzet, zware fout of veelvuldig lichte fout.
Let wel: de wetgever geeft de mogelijkheid aan partijen om de immuniteit en het samenloopverbod contractueel te handhaven. Clausules tot beperking van aansprakelijkheid kunnen dus opgenomen worden in algemene verkoopsvoorwaarden en individuele contracten (arbeidsovereenkomsten, samenwerkingsovereenkomsten, (onder)aannemingsovereenkomsten…), rekening houdend met andere wettelijke bepalingen.
Momenteel zijn er geen aanpassingen noodzakelijk aan de polissen burgerlijke aansprakelijkheid. Uitgangspunt van deze polis is immers de dekking in buitencontractuele aansprakelijkheid en vaak voorziet men ook (in beperkte mate) een dekking voor ‘contractuele schade’.
Werknemers en aangestelden worden al mee verzekerd binnen de polis burgerlijke aansprakelijkheid zodat zich hier geen probleem stelt. In de medische aansprakelijkheid was samenloop bovendien altijd al mogelijk door middel van de uitzondering in het huidige samenloopverbod in geval er sprake is van een misdrijf, namelijk onopzettelijke slagen en verwondingen. Ook hieromtrent zijn er dus geen wijzigingen noodzakelijk.
Mogelijks zal men in de toekomst de gehanteerde terminologie afstemmen op het gewijzigde boek 6 BW.
Meer info over de impact van deze wijziging op de polis bestuurdersaansprakelijkheid? Dat lees je in volgend artikel.