Evelyne Lauwers, Deputy Director Health Care Consultancy, en Koen De Moor, Executive Product Manager, bij Vanbreda Risk & Benefits, trekken hieruit zeven belangrijke lessen.
Voor veel werknemers is een goede hospitalisatieverzekering, aangeboden door de werkgever, vandaag haast vanzelfsprekend. Een goede hospitalisatieverzekering geldt als een belangrijk financieel vangnet bij grote medische kosten. Dat neemt echter niet weg dat een belangrijk deel van de uitgaven voor gezondheidszorg op het conto van de patiënt komen. Uit cijfers van Assuralia blijkt dat bijna een vijfde (19,1%) van de totale uitgaven in de gezondheidszorg in 2018 uiteindelijk voor de rekening van de patiënt was. “Ruim twee derde van deze uitgaven (68,4%) zijn ambulante kosten”, preciseert Koen De Moor. “Bij tandzorgen en farmaceutische hulp of medische goederen, is het aandeel dat uiteindelijk ten laste blijft van de patiënt het hoogst.”
Om een beter zicht te krijgen op de meerwaarde van ambulante plannen voerde Vanbreda Risk & Benefits een ruime steekproef uit in zijn portefeuille van verzekerden met een ambulant plan. Daaruit blijkt dat de werkgevers de nood aan ambulante plannen alvast begrepen hebben. In 2011 had één op de zeven werkgevers in de portefeuille een ambulant plan afgesloten voor hun werknemers. In tien jaar tijd stelt Vanbreda meer dan een verdubbeling vast tot 34% in 2021. “De trein is vertrokken”, bevestigt Evelyne Lauwers. “Ook in het type dekking stellen we vast dat er meer en meer wordt gekozen voor een volledig ambulant pakket waar ook tussenkomst voorzien is in optical en dental kosten.”
Uit de analyse van Vanbreda Risk & Benefits blijkt bovendien dat een volwassene gemiddeld voor 360 euro per jaar aan kosten indient die in aanmerking komen voor terugbetaling via een bijkomend plan voor ambulante kosten. Voor kinderen is dit ongeveer de helft. “Van de 360 euro die verzekerden jaarlijks aan ambulante kosten indienen, komt bijna een kwart van de kosten van consultaties of prestaties bij artsen”, weet Evelyne Lauwers. “Nog eens een kwart gaat naar farmaceutische en parafarmaceutische kosten.”
Als we kijken naar de evoluties die het gestegen belang van ambulante plannen kunnen verklaren, dan kunnen we niet om de verschuiving van ziekenhuisopnames naar ambulante zorgen heen. Steeds vaker worden behandelingen, ingrepen en onderzoeken ambulant aangeboden waar deze vroeger in een ziekenhuis gebeurden. Daardoor valt een deel van de medische kosten uit de boot die de patiënt vroeger vanuit de hospitalisatieverzekering terugbetaald kreeg. “De behandelingen, ingrepen en onderzoeken zonder opname hebben een financiële impact op de patiënt”, zegt Koen De Moor. “De medische vooruitgang reduceert de kosten die een standaard verzekeringspakket voorheen kon vergoeden.”
Dat het aandeel ambulante kosten in de lift zit, vindt een tweede verklaring in de toegenomen focus op preventie en well-being. Gezinnen zijn zich meer en meer bewust van het belang van gezond zijn en gezond leven. Van daaruit vinden ze vaker de weg naar professionele hulp. “De pandemie heeft het belang van gezondheid alleen maar extra onderstreept”, aldus Evelyne Lauwers. “Daardoor wordt nu sneller een beroep gedaan op de hulp van bijvoorbeeld psychologen, diëtisten, podologen of logopedisten. Ook de vraag naar vaccinaties zal, niet onlogisch, allicht toenemen.”
Last but not least spelen de tandzorgen doorgaans een belangrijke rol in de beslissing om een ambulant plan te nemen. Zoals gezegd staan deze dental kosten bovenaan het lijstje van kosten die zonder ambulant plan nog vaak voor rekening van de patiënt blijven. Een blik op de kosten leert dat tandkosten bij volwassenen 25,5% van de totale ambulante kosten vertegenwoordigen. Bij kinderen gaat het om 30%. Bij volwassenen is een groot deel van deze kosten (62,5%) toe te schrijven aan tandprotheses (vaste en uitneembare). Bij kinderen zijn de grootste uitgaven aan tandzorgen terug te vinden bij orthodontie (85%). “Niet verwonderlijk aangezien het prijskaartje van een orthodontische ingreep en van tandprotheses al snel de hoogte ingaat”, weet Koen De Moor. “Verschillende mutualiteiten bieden hun leden hiervoor sinds 2021 een verhoogde tussenkomst aan, maar zelfs dat blijkt vaak onvoldoende.”
De tussenkomst voor tandzorgen is typerend voor de evolutie van de bijkomende plannen voor ambulante kosten. Waar in 2011 een volledig ambulant pakket, waar ook tussenkomst voorzien is in optical en dental kosten, nog goed was voor ongeveer de helft van de bestaande ambulante plannen in de portefeuille van Vanbreda Risk & Benefits, is dit aandeel in 2021 gestegen tot meer dan 75%. “Het zijn cijfers die aangeven dat een ambulant plan meer geworden is dan een dure optie”, besluit Evelyne Lauwers. “Veel werkgevers slagen er met zo’n dekking in om echte meerwaarde te bieden aan hun werknemers.”